Het combineren van een docentenbaan met het schrijven van een blog waarvoor je veel veldwerk moet doen, blijkt niet zo makkelijk als het in de corona-jaren leek. Het veldwerk lukt nog wel, maar het schrijven van de blog is er een beetje bij ingeschoten de laatste maanden. Tijd dus voor een update van de ontwikkelingen van het gebied.
|
Een Zwartkopcymus (Cymus melanocephalus), 6 mei 2023. |
In eerste instantie had ik het gevoel dat 2023 wel heel laat uit de startblokken kwam. Vergelijking met de gegevens van 2020-2022 liet echter zien dat niet 2023 uit de toon viel, maar dat 2022 sneller van start ging dan 2020, 2021 en 2023. Grappig om te merken dat het geheugen blijkbaar niet verder gaat dan een jaar terug.
Na 3 jaar inventariseren verwacht ik niet heel veel nieuwe soorten aan te treffen. Het gebied verandert wel een beetje, maar niet echt heel veel. Sinds 1 januari 2023 heb ik echter al weer zo'n 50 nieuwe soorten gevonden. Een deel daarvan, ik denk ongeveer de helft, komt van groepen waar ik eerder niet goed naar gekeken heb, bijvoorbeeld Korstmossen.
|
Stoeprandvingermos (Physcia caesia) |
Een ander deel van de nieuwe soorten zijn gewoon lastig waar te nemen, omdat ze op plekken zitten waar je moeilijk bij kan, zoals in de grond of in het water. De
Staafwants (Ranatra linearis) leeft waarschijnlijk al jaren in de Slaaghsloot. Dit jaar zag ik hem voor het eerst, omdat hij bovenop een plompenblad was geklommen. Het is een kwestie van mazzel hebben.
|
Een Staafwants (Ranatra lineraris) op een plompenblad. |
Maar ook bij de groepen die ik wel elk jaar goed kan vinden en fotograferen, zaten dit jaar al nieuwe en soms ook zeldzame soorten. Zo vloog op 27 april een opvallend anders gekleurde zweefvlieg in het gebied. Een bandzweefvlieg, maar anders dan ik kende. Met de determinatiegids kwam ik er niet uit en ik plaatste een foto met vraagteken op waarneming.nl. Dat leverde snel de juiste determinatie op: een Haantjesbandzweefvlieg (Parasyrphus nigritarsis), een soort die niet in mijn determinatietabel bleek voor te komen.
|
Een Haantjesbandzweefvlieg (Parasyrphus nigritarsis). |
Inmiddels staat de teller op minimaal 1750 soorten, waarvan er ruim 1440 met redelijke zekerheid zijn gedetermineerd. Bijna 1000 soorten zijn via waarneming.nl ook gevalideerd. Hoeveel soorten er exact door mij zijn waargenomen is moeilijk te zeggen omdat bij de niet gedetermineerde soorten ongetwijfeld overlap zit. Het minimum van 1750 soorten is als alle verzamelsoorten maar 1 soort zouden blijken te zijn, wat absoluut niet het geval is.
Andere leuke waarnemingen sinds de vorige post:
|
Deze Bruine schaatsenrijder (Gerris thoracicus) heeft van januari tot begin april onder een houten plaat overwinterd. |
|
Een Steenrondbuik (Bradycellus csikii), een vrij zeldzame loopkever.
|
|
Dicyphus bolivari, een inmiddels niet meer zo zeldzame bochelwants die wat mij betreft een Nederlandse naam moet krijgen. |
|
Een Bosstrooiselworm (Bimastos rubidus). De regenwormen heb ik tot nog toe niet echt bekeken en verdienen meer aandacht. |
|
Ongetwijfeld al langer in het gebied aanwezig, maar in 2023 voor het eerst gedetermineerd: Grote bodemkrabspin (Ozyptila atomaria). |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten