zondag 18 september 2022

Nimfen alom

In juni vond ik de eerste Zuidelijke groene schildwantsen in het gebied. Deze soort is zich snel aan het uitbreiden in Nederland (zie statistieken waarneming.nl). Juni blijkt vroeg in het jaar te zijn en het aantal gemelde copula is laag. 

Zuidelijke groene schildwants - Nezara viridula 
in copula, 11-06-2022.

Of het het enige parende stelletje in het gebied is geweest, weet ik natuurlijk niet, maar dat er succesvol gepaard is in het gebied wel. In september vond ik 70-80 meter van de plaats van de paring tientallen nimfen. Ze zaten bij elkaar op stengels van verschillende planten. Het waren vrijwel allemaal nimfen van het eerste stadium.


Tweede stadium nimfen van de Zuidelijke groene
schildwants - Nezara viridula, 04-09-2022.

Wantsen ontwikkelen zich van ei tot volwassen wants via 4-5 nimf-stadia. Tussen de verschillende stadia vindt een vervelling plaats. Het eerste stadium heb ik niet gevonden in het gebied, het tweede stadium was op 4 september 2022 dus volop aanwezig. Een vrouwtje Nezara viridula kan veel eitjes leggen. In de literatuur worden aantallen tussen 30 en 130 genoemd. Niet gek dus dat ik er tientallen bijeen vond. 
Omdat er twee duidelijk gescheiden plaatsen waren met nimfen, waartussen geen nimfen aanwezig waren, denk ik dat er minimaal 2 legsels zijn geweest. Die kunnen van hetzelfde paartje zijn geweest, al produceren vrouwtjes gewoonlijk maar 1 legsel (zie verschillende artikelen op sciencedirect).

Zaterdag 17 september weer een bezoek gebracht aan dezelfde plekken in het gebied. Dit keer zaten er nimfen van het derde tot en met het vijfde stadium. Het waren er veel minder en ze zaten meer verspreid op verschillende planten. Ik trof ze aan op Gewone engelwortel (Angelica sylvestris), Smalle weegbree (Plantago lanceolata) en Haagwinde (Calystegia sepium).

Nimfen van de Zuidelijke groene schildwants, Nezara viridula,
17-09-2022. Derde stadium (linksboven), 2 keer vierde stadium,
vijfde stadium (rechtsonder).

De meeste nimfen bevonden zich in het derde of vierde stadium en 2 exemplaren waren al verveld tot het vijfde en laatste stadium. Dat laatste stadium is goed te herkennen, omdat dan de vleugels al voor een deel ontwikkeld en zichtbaar zijn.
Daar waar het derde stadium weinig variatie vertoonde, waren er duidelijke verschillen in het vierde stadium. Opvallendst was het verschil in kleuring van de kop en het halsschild. Soms was dit overwegend zwart, soms overwegend groen. De nimfen met het zwarte halsschild hadden dan weer een groenachtig achterlijf, terwijl dat bij de nimfen met een groen halsschild voornamelijk zwart was. Constante factor zijn de gele (soms oranje) stippen op het achterlijf.

Schildwantsen overwinteren als adult en de nimfen van nu zijn de nieuwe generatie, die volgend jaar nakomelingen zal krijgen. Op dit moment zijn er sowieso veel nimfen te vinden, helaas niet allemaal zo makkelijk te determineren als die van de Zuidelijke groene schildwants. Een greep uit de nimfen van september:

Anthocoris spec. 

Lygus spec.

Miridae spec.

Scolopostethus cf. thomsoni, Thomsons zaagpoot.

Stictopleurus cf. punctatonervosus, Grijze glasvleugelwants.

Stictopleurus cf. abutilon, Brilglasvleugelwants.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten