Zuidelijke heidelibel en uitgekomen urntjes

Terug van een bezoek aan Polen, vandaag weer terug in het gebied om te kijken wat er veranderd is. Na het snoeien van het pad door de bramen, wachtte een verrassing. Maar daar kwam ik thuis pas achter.

Vrouwtje heidelibel, maar welke?

Het is de tijd van de heidelibellen. De afgelopen jaren waren dat de Bruinrode, de Steenrode en de Zwervende heidelibel. Deze soorten zijn wat minder gebonden aan water en zijn in augustus regelmatig te vinden op de dode stengels van hoge planten.

Op een uitgebloeide Bijvoet (Artemisia vulgaris) zat een vrouwtje heidelibel. De onderkant van de ogen was niet blauw, dus het was geen Zwervende. Het onderscheid tussen de Steenrode en de Bruinrode weet ik nooit uit het hoofd, maar heeft onder andere te maken met de zwarte streep langs het oog. Dus een foto gemaakt van de kop.

De kop, met een langs de ogen aflopende zwarte streep.

Thuisgekomen de gids erbij gepakt. Blijkt het om een heel andere soort te gaan: de Zuidelijke heidelibel, Sympetrum meridionale. De verschillen met de Bruinrode en de Steenrode heidelibel? Het pterostigma is licht i.p.v. donker en het vrouwtje heeft geen afstaande legschede. Daarnaast zit er nauwelijks zwart op de naden van de zijkant van het borststuk en zijn de poten meer geel dan zwart.

De naden van het borststuk zijn nauwelijks zwart.

De Zuidelijke heidelibel is nog zeldzaam, maar wordt steeds vaker gezien in Nederland als gevolg van klimaatverandering (nieuwsbericht Vlinderstichting).

Een leuke binnenkomer na de vakantie. De dag voordat we naar Polen vertrokken, ontdekte is wat er uit de urntjes (zie eerder bericht) kwam kruipen. Zoals gezegd stond de naam van de mug in het gevonden artikel, maar het is altijd leuk als je het met eigen ogen kunt zien.

Epicypta aterrima, de maker van de urntjes.

Bij de pallet waar de urntjes onder zitten, zag ik dat vele al uitgekomen waren. Het witte venstertje was open. Nieuwsgierig heb ik een paar urntjes losgepeuterd en uit eentje ontsnapte een mug, Epicypta aterrima. 

Epicypta aterrima.