Een van de dingen waar ik in geïnteresseerd ben is de verandering in aanwezige soorten in het gebied. Door het maaien en andere beheermaatregelen vanuit het belang van de elektriciteitsmaatschappij en de molen, verkeert het gebied in een gedeeltelijk pioniersstadium. Bomen en struiken krijgen geen kans om echt uit te groeien en her en der wordt de grond volledig omgewoeld, zodat er continu wel ergens vanaf nul moet worden opgebouwd.
Wat dat betekent voor de soortenontwikkeling durf ik eigenlijk niet te zeggen. Verwacht ik een kleine of een grote groep vaste bewoners? Verwacht ik veel of weinig passanten/nieuwe soorten in een jaar? Voorlopig verwacht ik dat er best wel wat nieuwe soorten per jaar bijkomen, gewoon omdat ik pas twee jaar echt aan het kijken ben.
Afgelopen week kwam ik in ieder geval weer een paar nieuwe soorten tegen voor het gebied.
Dicyphus bolivari, een oprukkend bochelwantsje en nieuw voor het gebied. |
Dicyphus bolivari (geen Nederlandse naam) is een soort uit het zuiden en rukt net als andere zuidelijke soorten gestaag op naar het noorden. Op nederlandsesoorten.nl staat ook dat deze soort voor biologische bestrijding wordt gebruikt en mogelijk ook ontsnapt is uit tomatenkassen. Deze kleine wants is te herkennen aan de donkere onderkant van het borststuk voor het eerste pootpaar. Daar in onderscheidt het zich van de gelijkende Harig-wilgenroosjebochelwants.
Dicyphus bolivari, het onderscheidende donkere deel is zichtbaar vóór het eerste pootpaar. |
Een andere nieuwe soort was de Harige langsprietwapenvlieg, Stratiomys longicornis. Wat een mooie, robuuste vlieg is dat. Zijn 'broertje', de Gewone langsprietwapenvlieg (Stratiomys singularior), had ik al eerder in het gebied.
Man Harige langsprietwapenvlieg, Stratiomys longicornis. |
De larven van deze wapenvlieg leven in moerassen, dus dat kan in dit gebied prima. Daarnaast zijn de larven zouttolerant en ze kunnen daardoor ook op kwelders voorkomen.
Het was mooi weer afgelopen week en overal werd gepaard. Wantsen, vliegen, kevers, allemaal waren ze bezig voor nageslacht te zorgen. Ik heb me eigenlijk nooit afgevraagd wanneer insecten zich voortplanten. Omdat sommige soorten overwinteren als imago en andere als larve en omdat de ene soort een enkele generatie per jaar heeft en een andere soort meerdere generaties, lijkt het logisch dat er de nodige variatie in voortplantingstijd is. Hoe dan ook, afgelopen week kwam ik opvallend veel 'in copula' tegen.
Parende 7-stippelige lieveheersbeestjes, Coccinella septempunctata. |
Net afgezette eitjes van het 7-stippelig lieveheersbeestje, Coccinella septempunctata. |
Groen zuringhaantje, Gastrophysa viridula. |
Gewone oeverkortschildkever, Paederus riparius. |
Gele rietklimmer, Demetrias atricapillus. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten