dinsdag 14 december 2021

Hoe staat het ervoor na de kaalslag?

De afgelopen maanden ben ik voornamelijk bezig geweest met het aanpassen van de pagina's met soorten en heb ik geen tijd genomen om wat te bloggen. Nu dan wel.

Sinds de kaalslag van afgelopen maart is het gebied weer aardig begroeid geraakt.

Het paadje door de bramen op 4 december 2021.

Ter vergelijking, het 'paadje door de bramen' zag er op 18 maart 2021 zo uit.

Het paadje door de bramen op 18 maart 2021.

Ik sprak in april de vraag uit wanneer de Tijgerspin (Argiope bruennichi) en de Waterral (Rallus aquaticus) zich weer in het gebied zouden laten zien. Dat viel gelukkig mee. Deze zomer kon ik alweer verschillende Tijgerspinnen vinden, al zaten ze wel op andere, veel minder sterk verstoorde plekken. En ook de Waterral heb ik deze herfst weer horen roepen. Ik vermoed zelfs dat er meer dan één teruggekeerd is.

Tijgerspin (Argiope bruennichi) met eicocon,
18 september 2021.

Met 679 gedetermineerde soorten en minimaal 146 ongedetermineerde soorten, blijft 2021 wel een beetje achter bij 2020 (toen 849 resp. 199). Vergelijken is natuurlijk niet echt mogelijk. Buiten dat ik niet echt een inventarisatie-strategie heb, varieerde de tijd die erin gestoken is en ook de focus op bepaalde soortgroepen. Desalniettemin durf ik wel te zeggen dat de biodiversiteit een, hopelijk tijdelijke, knauw heeft gekregen van de kaalslag.

Het Riet is een stuk verder opgerukt en daardoor is het stukje gras aan de noordkant afgenomen. Het grasstuk heeft ook meer last van geparkeerde auto's gekregen en van opslag van Ratelpopulieren. Dat heeft onder andere geleid tot een afname van bloeiende planten en in het kielzog ook van bijvoorbeeld Zweefvliegen (40 i.p.v. 48 soorten). 

Een beide jaren aanwezige zweefvlieg, de veel voorkomende
 Weidevlekoog (Eristalinus sepulchralis).

Het is grappig hoe je een zogenaamde sampling bias ontwikkelt als je regelmatig in hetzelfde veld bent. In 2020 was ik met name gericht op de wantsen. Op de overgroeide stenen achter de Huurmaat waren veel bodemwantsen te vinden, dus ik zorgde ervoor dat ik daar altijd even langs ging. Tussen de kamille even verderop zocht ik niet, totdat een mede-liefhebber van wantsen in 2021 liet zien dat je daar de Sierlijke Kegelblindwants (Conostethus venustus) kon vinden.

Sierlijke Kegelblindwants (Conostethus venustus).

Dit jaar kreeg ik ook beter oog voor de wapenvliegen. Een beetje extra oplettendheid, gecombineerd met een beetje mazzel, leverde een aantal nieuwe soorten op. Één daarvan staat te boek als zeldzaam, de Zwarte snuitwapenvlieg  (Nemotelus nigrinus). Het is een kleintje en valt niet zo erg op. Leuk dus om hem te vinden. 

Zwarte snuitwapenvlieg (Nemotelus nigrinus).

En op dezelfde manier zorgde de ontdekking van een nieuwe, zeldzame springstaart ervoor dat ik ook beter naar die groep ging kijken. Op de afvalzakken vol stenen zaten heel veel exemplaren uit de Dicyrtomidae-familie. In eerste instantie dacht ik dat het allemaal Dicyrtomina ornata en/of D. saundersi zouden zijn. Op één van de foto's stond echter een afwijkend exemplaar. Het bleek om Dicyrtoma dorsosignata te gaan, een tot nog toe zeer zeldzame springstaart. Hij is pas in 2020 voor het eerst gemeld op waarneming.nl. Nu nog maar in 4 gemeenten gemeld, maar ik denk dat als meer mensen beter gaan kijken, hij op veel meer plekken zal opduiken. Na deze ontdekking nog beter gaan kijken en ook de voor het gebied nieuwe Dicyrtoma fusca gevonden.

Dicyrtoma dorsosignata, in Nederland voor het eerst gemeld
in 2020, in Leiden in 2021.

Het gebied levert dus nog steeds leuke verrassingen op en ook komend jaar zal ik er regelmatig gaan kijken. Echt vergelijken van jaar op jaar gaat op veel vlakken mank, maar het blijft leuk om te zien hoeveel een klein gebied als dit kan herbergen. 

De soortenteller staat nu op 1351 soorten, waarvan:

Gedetermineerd tot op soort:959
Waarvan goedgekeurd op waarneming.nl:714
Onzekere soortdeterminaties:125
Niet tot op soort gedetermineerd:267

Geen opmerkingen:

Een reactie posten