De eerste soort van de week behoort tot mijn favoriete insectengroep, de wantsen. Binnen de wantsen hebben de schildwantsen (Pentatomidae) weer een apart plekje. Ze zijn lekker groot en relatief makkelijk te determineren. Op de één of andere manier vind ik ze esthetisch verantwoord, met al die driehoekige vormen.
Deze week vond ik de eerste Grauwe schildwants (Rhaphigaster nebulosa) in het gebied.
Grauwe schildwants, Rhaphigaster nebulosa. |
Met een beetje training zijn de schildwantsen goed te onderscheiden als groep. Maar voordat we kijken naar de schildwantsen, eerst wat over wantsen en het verschil met kevers, waar ze wel eens mee verward worden.
Bij wantsen is het voorste deel van de voorvleugels verhard en is het achterste deel vliezig. Bij kevers zijn de voorvleugels volledig verhard.
Schildwantsen zijn weer te onderscheiden van de andere wantsen doordat ze 5 antenneleden (zie foto) hebben en 3 tarsleden. De tars is het laatste deel van de poot, na de dij en de scheen die beide uit 1 deel bestaan.
Vijf antenneleden bij de Grauwe schildwants. |
Opbouw poot, met 3 tarsleden (niet heel duidelijk, maar toch). |
Deze soort overwintert als volwassen dier en is al vroeg in het jaar actief. De volgende generatie komt aan het eind van de zomer.
De Veldgids Wantsen deel 1 is te downloaden via https://www.eis-nederland.nl/veldtabellen. Als je dat doet en insecten jouw interesse hebben, overweeg dan donateur te worden van deze organisatie (https://www.eis-nederland.nl/over-eis/donateur-worden). Het is een non-profit organisatie en doet onderzoek ten behoeve van beleids- en beheerondersteuning en onderwijs.
De wantsen die ik tot nog toe (23 mei 2020) heb gezien staan hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten