zaterdag 30 mei 2020

Soort van de week 2: Kalmoes - Acorus calamus

Afgelopen week zijn er zo'n 70 soorten bijgekomen. De teller staat nu op ongeveer 600 soorten, waarvan er ongeveer 520 met redelijke zekerheid zijn gedetermineerd tot minimaal familie-niveau. Er blijven er dus 80 over die gedeeltelijk gedetermineerd zijn, op een hoger niveau dan familie òf met een mate van onzekerheid.

Het loopt dus nog steeds lekker. Met 10 nieuwe soorten per dag, zou ik over 40 dagen de 1000 moeten bereiken. Maar ja, zo werkt het helaas niet. De laatste 20% kost altijd 80% van de inspanning. Maar ik hou de moed erin.

Soort van de week 2: Kalmoes - Acorus calamus

Op verzoek van gezinsleden is de tweede soort van de week een plant. Dieren krijgen volgens hen al genoeg aandacht. En ik ben het daar wel mee eens.

Niet op de foto, maar langs deze sloot staat veel Kalmoes.
Kalmoes ken ik van vroeger, van de Hooghoudt reclame: Kalmoes Beerenburg. Het blijkt nog steeds te bestaan en hoewel er 77 kruiden in verwerkt worden, is de zachte smaak blijkbaar toe te schrijven aan de Kalmoes.

Oorspronkelijk komt de plant uit Zuid-Oost Azië en is hij sinds de 16e eeuw ingeburgerd in Nederland. De plant schijnt hier door menselijk toedoen terecht te zijn gekomen. Als dat zo is, dan zou hij tegenwoordig aangemerkt worden als een exoot en invasieve soort. Mensen zou gevraagd worden Kalmoes weg te halen als ze hem zien.

Het blad van Kalmoes heeft een karakteristieke
ribbel.
De bloeikolf van Kalmoes.

Kalmoes-blad lijkt op dat van de Gele Lis (Iris pseudacorus). Toch is het vrij makkelijk de twee soorten uit elkaar te houden. Allereerst is het blad van Kalmoes aan de rand vaak geribbeld. Als dat niet zo is, dan volstaat het altijd om een stukje van het blad te kneuzen (tussen de vingers kapot wrijven) en te ruiken. Kalmoes heeft een heel welriekende geur.
In bloei is het helemaal makkelijk om Kalmoes te onderscheiden. Daar waar de Gele Lis een duidelijke, grote bloem heeft, heeft Kalmoes een bloeikolf. Die bloeikolf is denk ik de reden dat Kalmoes vroeger in de Araceae (Aronskelkfamilie) werd geplaatst. Tegenwoordig is Klamoes één van de twee soorten in de Acoraceae.

De afzonderlijke bloemetjes van Kalmoes zijn met het blote oog lastig te zien.
Met een loep lukt het beter.
Kalmoes is een raar ding. In Europa bloeit de plant wel, maar is hij onvruchtbaar. De planten zijn (overwegend?) triploïd, wat betekent dat ze van elk chromosoom niet twee, maar drie exemplaren hebben in hun cellen. Dat maakt het lastig om tijdens de meiose geslachtscellen te maken.
Hoe lukt het Kalmoes dan om zich zo te verbreiden langs de slootkanten? Dat doet hij via wortelstokken. Op de knopen van die wortelstokken groeien nieuwe Kalmoesplanten. En stukjes wortelstok kunnen weer uitgroeien tot nieuwe planten. Het is grappig om te bedenken dat vrijwel alle Kalmoes in Nederland waarschijnlijk genetisch identiek is. Omdat er geen geslachtelijke voortplanting plaats vindt, is er geen recombinatie. Alle 'nakomelingen' zijn klonen van hun ouderplant.

Insecten op Kalmoes

Op de Kalmoes in het gebied zitten veel kevers van het geslacht Donacia, rietkevers. Regelmatig zijn dat parende stelletjes. Rietkevers zijn redelijk kieskeurig als het gaat om de plant waar ze op zitten. Ik kom wel verschillende soorten tegen op de Kalmoes, waaronder Donacia marginata (geen Nederlandse naam).

Donacia marginata op Kalmoes.
Afgelopen week ook een aantal soorten bladwesp aangetroffen op de bladeren. Onder andere Macrophya duodecimpunctata brengt veel tijd door op de bladeren, net als Arge cyanocrocea.

Selandria serva.
Macrophya duodecimpunctata.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten