Nu het kouder begint te worden, de bloemen grotendeels verdwijnen en de dagen
korter worden, zijn het vooral de kleinere organismen die actief blijven.
Daarbij moet je denken aan springstaarten, spinnen, dwergcicaden, (kleine)
muggen en vliegen. De kevers zijn bijna helemaal verdwenen, om de winter als
ei, larve of adult op een veilig verstopplekje door te brengen.
|
Lindbergina aurovittata, één van de aanwezige
dwergcicaden.
|
Om die kleintjes te vinden moet je wel bladeren omdraaien. De
onderkant van de bramenbladeren in het gebied zitten - relatief - vol met
dwergcicaden en springstaarten. Om die op naam te brengen heb je wel een loep of
een macrofoto nodig, want ze zijn klein, soms erg klein. De
Lindbergina aurovittata van de foto is bijvoorbeeld zo'n 3
millimeter lang. De twee
Ribautiana-soorten
hieronder lijken op het blote oog sterk op
Lindbergina aurovittata, maar op een foto (of onder een loep) zijn de verschillen duidelijk.
|
Ribautiana tenerrima
|
|
Riabautiana debilis
|
Omdat ik op internet een fijne foto-determinatiesleutel van Nederlandse
springstaarten heb gevonden (
website Jan van Duinen), heeft die groep de laatste tijd wat meer aandacht gekregen. Om eerlijk te
zijn, is het nu zelfs één van mijn favoriete groepen aan het worden. Wat zijn
dat leuke en mooie beestjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten